Op de prentkaart zie je ‘In ’t Rood Huis’, de winkel van Jules' vader Theofiel. Daar wordt zowat alles verkocht wat met kleding en wol te maken heeft. Theofiels echtgenote richt zich op de verkoop van klakken – de kartonnen dozen staan in lange rijen op de toonbanken.
Links van de winkel zie je het ‘Bier & Wijnhuis’ met de naam In ’t Gulden Vlies. Op de hoek zit beenhouwer Alex Bastiaens met zijn zaak ‘In Den Ossenkop’. Zijn broer Eugeen opent later ook een slagerij, op de hoek met de Edmond van Hoofstraat. Die zaak leeft nog voort: achterkleinzoon Noël Bastiaens runt er vandaag nog steeds een slagerij.