Knooppunt 14 ~ naar knooppunt 86 ~ naar knooppunt 15
Bij Knooppunt 14 bevindt zich Gasthof de Beiaard. In de eerste eeuwen was er een ‘beierd’: een plaats waar passanten terecht konden. De muurankers aan de achterzijde verwijzen naar paardenstallen uit 1680. Kleine woningen in de ringmuur rond de abdij maakten in 1960 plaats voor een restaurant, een groot terras, prachtige zalen en eertijds logeerkamers. Bij de inkom hangen meerdere beiaardklokjes: het oudste dateert uit de 17de eeuw en de andere waren bestemd voor de beiaard van 1947. Met de bouw van de ringmuur en het aanleggen van de slotgracht werd in 1579 een aanvang gemaakt en omstreeks 1610 afgewerkt.
Achter de grote parking wordt het Postelse afvalwater gezuiverd in een rietveld. Dit was samen met het aanleggen van een rietveld bij de Efteling in Nederland een Europees grensoverschrijdend project. Wanneer de weg naar rechts draait, valt de aanplanting van zomereiken op met hun uit kromme takken gevormde kronen. Ook enkele valse acacia’s staan langs de weg. Landbouwers wisten deze ingevoerde bomen te waarderen om hun hard hout, dat uitstekend als weidepaal kon dienst doen. Ook bijen vliegen massaal op deze laatbloeiers om er nectar uit te puren.
De Postelse abdij bevindt zich op een breuk in de aardplaat. Onze voorouders voelden dit aan als een spanningsveld: een energieveld waar bepaalde krachten vanuit gingen. Mogelijk werd het een heidense cultuurplaats. De kerk van de abdij, gebouwd in 1190, is toegewijd aan de H. Nicolaas: een bronheilige die dikwijls een heidense cultus vervangt.
Er zijn meerdere bronnen in de onmiddellijke omgeving. Aan de westzijde van de abdij bevond zich de Heksenberg: er was paardengedraaf zonder paarden, een ree die in een hond veranderde en de Zwarte Madam die over de slotgracht zweefde. Maar de H. Nicolaas is tevens de patroonheilige van de pelgrims, zeker toepasselijk voor de abdij, waar gastvrijheid hoog in het vaandel gedragen wordt. De beiaard in de 17de eeuwse toren zorgt intussen elk kwartier voor een aangenaam deuntje.
Je wandelt ondertussen naar de Arendonkse weg.
Knooppunt 15 ~ naar knooppunt 16
Knooppunt 16 ~ naar knooppunt 1
In de 19de eeuw wou men hier een spoorweg naar Turnhout aanleggen. De plannen bleven onuitgevoerd, maar deze weg werd al vlug de ‘ijzeren weg’ genoemd. Ook is deze weg bekend als de Varkensdijk. In 1934 werd een klopjacht gehouden op het koninklijk domein. Drie everzwijnen werden opgejaagd aan de ‘Varkensdijk’, waar er één de volle lading kreeg. De schaduwrijke, oude weg daalt langzaam en na 2 km kom je bij knooppunt 1.
Knooppunt 1 ~ naar knooppunt 21
Bij knooppunt 1 heb je de keuze:
- je neemt de weg links naar het natuurreservaat De Ronde Put.
- je wandelt rechtdoor naar het kanaal Dessel-Schoten of de Turnhoutse Vaart
Langs de Ronde Put (via knooppunt 87)
De Ronde Put heeft een oppervlakte van 210 hectare. Het natuurreservaat is eigendom van de Vlaamse overheid. Het domein is gelegen op de waterscheidingslijn Schelde en Maas, op de overgang van de Centrale Kempen naar het Kempens Plateau.
Hoogste punt langs de oostelijke kant: 33 meter. Laagste punt aan de westelijke kant: 29 meter. Het water van het kwelgebied loopt via de Zwarte Nete in de Kleine Nete en is van uitstekende kwaliteit. Het natuurreservaat was vroeger een complex van grote moerassen. Van de 12de eeuw tot aan de Franse Revolutie domineerde de abdij het gebied. Moerassen werden drooggelegd, loofbos en akkers kwamen in de plaats. Bij het einde van de 19de eeuw werd er nog aan turfontginning gedaan. De Ronde Put is een paradijs voor vogels, zoogdieren, vlinders, libellen, amfibieën en natuurliefhebbers.
Langs het kanaal
Als je de weg rechtdoor neemt, kom je bij het kanaal Dessel-Schoten of de Turnhoutse Vaart. Je passeert ‘De Lange Linnenput’. Het is een ondiepe en voedselrijke plas. De laag gelegen weiden liet men onderlopen met kanaalwater. De kijkhut aan het einde van de loopbrug is een zeer interessante observatieplaats.
Knooppunt 21 ~ naar knooppunt 17
Het kanaal Dessel-Schoten is 63 km lang. Vanuit Dessel naar Turnhout 26 km. Het werd aangelegd tussen 1844 en 1875 en sluit aan op het kanaal Bocholt-Herentals (Kempens kanaal) en Dessel-Kwaadmechelen. Op de Turnhoutse Vaart bevinden zich 10 sluizen. Tijdens bepaalde jaren waren er aan dit gigantische werk 1835 arbeiders werkzaam. Het kanaal zelf is 21 meter breed. Het kanaal kan bevaren worden door schepen tot 50 meter met een maximumbreedte van 6,6 meter. Deze afmetingen beantwoorden volledig aan het schip, de Kempenaar. Op dit ogenblik is de economische activiteit afgenomen en is het kanaal een paradijs geworden voor vissers, fietsers, wandelaars en ‘bootsmen’ van plezierboten.
Knooppunt 17 ~ naar knooppunt 18
Aan de idyllische ophaalbrug (brug 2) steek je voorzichtig de weg Postel-Retie over en ga je verder langs het kanaal. Je steekt de Rondeputloop over (afwatering van het natuurreservaat).
Knooppunt 18 ~ naar knooppunt 83
Even verder zie je camping Familiestrand, waarbij de plassen zijn ontstaan na turfwinning.
Knooppunt 83 ~ knooppunt 19
Op de Desselse Dreef staat het ‘IJzeren kruis’. Het vervangt het vroegere IJzeren kruis, dat op de Achterste Wurft werd opgericht ter nagedachtenis van Henri Brusseleers die op 10 juli 1885 werd doodgebliksemd. Op de plaats van het onheil bleef het kruis er staan tot omstreeks 1980. In 2011 werd het huidig kruis geplaatst. Het is een boomstam met daarop druivenranken met de druiven als symbool voor het nieuwe leven.
Aan de rechterzijde bevindt zich het Kraaienbos. Het bos stond vroeger vol met bosbessen. Dodoens, de botanicus uit de 16de eeuw, noemt de blauwe bosbessen ‘Postelbeziën’. Vooral op de feestdag van Sint-Pieter en Pauwel (29 juni) kwam men massaal naar Postel om bosbessen te plukken. Er waren zelfs zoveel bosbessen dat een gedeelte met een schip werd overgebracht naar Engeland om er aniline (kleurstof) mee te maken.
Knooppunt 19 ~ naar knooppunt 14
Vanaf dit knooppunt wandel je naar de abdij, knooppunt 14. Aan de rechterkant zie je het kasteel van de familie de Broqueville. Het kasteel dat gebouwd werd omstreeks 1865, is nog steeds bewoond en privaat.
Charles de Broqueville was eerste minister tijdens de eerste wereldoorlog en van 1932 tot 1934. Hij werd in Postel begraven.
In de onmiddellijke omgeving van belangrijke wegen ’s Hertogenbosch-Leuven en Breda-Keulen, werd in 1140 in Postel een hoeveklooster opgericht door de abdij van Floreffe. Na de stichting van de norbertijnenorde in 1121 in Prémontré kwam de eerste abdij in Floreffe. Daarna volgden abdijen in Antwerpen, Grimbergen, ParkHeverlee, Averbode, Tongerlo en Heeswijk elkaar snel op. Het Postelse hoeveklooster kreeg ten tijde van de aartshertogen Albrecht en Isabella in 1618 een zelfstandig statuut.
Colibrant werd de eerste abt in 1621. In Huyze Colibrant achter het witte poortgebouw bevindt zich het VVV-kantoor. Hier kan je terecht voor informatie over de abdij, wandelingen, fietsroutes, rondleidingen en vele toeristische aspecten.
Na de wandeling kan je in Postel zeker genieten van een abdijbier en lekkere abdijkazen.